Op 29 oktober 2019 oordeelde het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden dat werkgever niet verwijtbaar heeft gehandeld en dat werkneemster de eerder nog door de kantonrechter toegekende billijke vergoeding van € 150.000,- bruto of het netto equivalent daarvan van € 63.000,- moet terug betalen aan de werkgever. Werkneemster had nota bene in hoger beroep ingezet op het verkrijgen van een hogere billijke vergoeding te weten een bedrag van € 710.223,87 bruto en
€ 38.000,- netto.
“werkneemster schoffeerde haar nieuwe leidinggevende door zich meermaals te laten ontvallen dat haar leidinggevende geen verstand van onderwijs had.”
Sinds 2001 was werkneemster bij werkgever werkzaam als docent aan het HBO en het MBO. In 2017 is werkneemster door haar nieuwe leidinggevende aangesproken op haar functioneren. Medio 2017 is het functioneren van de werkneemster als onvoldoende beoordeeld. Het daartoe opgestelde verbeterplan heeft geen resultaat. Een externe coach heeft vastgesteld dat de arbeidsverhoudingen ernstig verstoord zijn. Werkneemster meldt zich vervolgens ziek. Er hebben ondertussen twee mediationtrajecten plaatsgevonden, beide zonder positief resultaat. In september 2018 oordeelt het UWV dat de werkgever te weinig aan re-integratie heeft gedaan. Hoewel werknemer zich in september 2018 hersteld meldt, wil werkgever haar niet weer aan het werk laten gaan. Op verzoek van de werkgever heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden op basis van de g-grond. Hierbij krijgt werkneemster een billijke vergoeding van € 150.000,- toegekend wegens ernstige verwijtbaarheid van de werkgever.
In hoger beroep oordeelt het hof Arnhem Leeuwaarden echter dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De (nieuwe) leidinggevende heeft geen onredelijke instructies gegeven en de beoordeling van 2017 is niet in strijd met de regels opgesteld. De werkneemster heeft bovendien zelf de kans laten lopen om referenties aan te dragen waaruit haar functioneren blijkt. Het verbeterplan is volgens het hof niet ten onrechte opgesteld, gelet op kritische evaluaties van de lessen van de werkneemster en opmerkingen over haar functioneren in eerdere functioneringsgesprekken. Een haar aangeboden coachingstraject wordt door werkneemster niet geaccepteerd.
Het hof volgt ook niet het oordeel van het UWV, dat de werkneemster ten onrechte van haar werkplek is weggehouden. De werkgever mocht de werkneemster de toegang ontzeggen, nu twee mediationtrajecten geen oplossing hadden geboden en communicatie alleen nog plaatsvond met de advocaat van de werkneemster, zodat sprake was van een ook voor collega’s ongezonde werksituatie. De conclusie is dat geen sprake is van ernstige verwijtbaarheid van de werkgever. De werkneemster moet daarom de billijke vergoeding van € 150.000,- of het netto equivalent daarvan ad
€ 63.000,- terugbetalen.
Werkneemster blijft in deze zaak met lege handen achter en dat mag zij zich mogelijk zelf aanrekenen. In zijn algemeenheid is het raadzaam als werknemers een kritisch en vooral realistisch beeld van hun eigen prestaties hebben. Verantwoordelijkheid nemen als werknemer hoort er ook gewoon bij en in een conflictsituatie dienen zowel werknemer als werkgever een belangrijke bijdrage te leveren in de oplossing van het conflict.
De Advocaten Groep assisteert zowel werkgevers als werknemers bij het vinden van realistische oplossingen van allerlei arbeidsrechtelijke vraagstukken, het opstellen van verbeterplannen en/ of het voeren van functioneringsgesprekken. De Advocaten Groep kan daarbij als advocaat of als mediator optreden. Kom eens langs voor een prettig gesprek!
Vindplaats arrest : ECLI:NL:GHARL:2019:9272