In een recente zaak had een werknemer zijn vakantiedagen niet op tijd opgenomen. De Hoge Raad moest de vraag beantwoorden of een werkgever gehouden is tot uitbetaling van vakantiedagen die een werknemer gedurende zijn dienstverband heeft opgebouwd, maar niet heeft opgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat wanneer een werkgever niet voldoet aan zijn zorg- en informatieplicht, dit niet tot verval of verjaring van vakantiedagen kan leiden.
Hoofdregel
Eerst even terug naar de basis. Hoofdregel is dat de wettelijke vakantiedagen komen te vervallen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin deze vakantiedagen zijn opgebouwd. Oftewel, de niet opgenomen wettelijke vakantiedagen komen als hoofdregel te vervallen op 1 juli van het volgende jaar. Als een werknemer redelijkerwijs niet in staat was om zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen wordt er afgeweken van deze hoofdregel. In dat geval vervallen de vakantiedagen van een werknemer namelijk niet, maar geldt een verjaringstermijn – die ook geldt voor de bovenwettelijke vakantiedagen – van vijf jaar. Een voorbeeld: wanneer een werknemer vanwege medische redenen niet in staat is om vakantie op te nemen of wanneer een werknemer vanwege bijzondere omstandigheden – bijvoorbeeld wanneer een werknemer (steeds) geen vakantie mag opnemen vanwege de drukte binnen een bedrijf.
Zorg- en informatieplicht werkgever
Op een werkgever rust op grond van Europese wet- en regelgeving een (vergaande) zorg- en informatieplicht. Doel daarvan is dat werknemers in de gelegenheid worden gesteld om op tijd hun vakantie op te nemen. Dit betekent dat een werkgever zijn werknemers tijdig en op nauwkeurige wijze moet informeren over het aantal vakantiedagen en de gevolgen van het niet (op tijd) opnemen ervan, namelijk het vervallen van deze vakantiedagen.
Geen verval en verjaring van wettelijke vakantiedagen
Een werkgever heeft dus een zorg- en informatieplicht ten aanzien van de wettelijke vakantiedagen van een werknemer. Als een werkgever hieraan niet voldoet, dan vervallen de niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen niet. Dan geldt een verjaringstermijn van vijf jaar. De Nederlandse wet kent hier geen uitzonderingen op. Dit betekent dat de wettelijke vakantiedagen van een werknemer dus na vijf jaar zouden verjaren en dat een werknemer deze vakantiedagen kwijt raakt. Dit zou alleen anders zijn als een werknemer de verjaringstermijn stuit. Dit betekent dat de werknemer de verjaringstermijn feitelijk opschuift door daarover een schriftelijk bericht te sturen aan de werkgever.
Het Hof Den Haag heeft al eerder geoordeeld dat de verjaringstermijn in strijd is met Europese wetgeving – de Arbeidstijdenrichtlijn – en rechtspraak. Volgens het hof moet daarom de verjaringstermijn buiten toepassing worden gelaten als een werkgever niet heeft voldaan aan zijn zorg- en informatieplicht.
Op 23 juni 2023 heeft de Hoge Raad het arrest van het hof bekrachtigd en geoordeeld dat ook voor de verjaringstermijn de zorg- en informatieplicht geldt. Dit betekent dat wanneer een werkgever niet aan zijn zorg- en informatieplicht heeft voldaan, de werkgever geen beroep kan doen op de verjaring van de wettelijke vakantiedagen van een werknemer en dat deze vakantiedagen dus niet na vijf jaar komen te vervallen door verjaring.
Gevolgen voor de praktijk
Deze recente uitspraak heeft tot gevolg dat een werkgever verplicht is om een werknemer er herhaaldelijk op te wijzen dat zijn vakantiedagen vervallen als hij deze niet op tijd opneemt. Daarnaast moet een werkgever kunnen aantonen dat hij aan zijn zorg- en informatieplicht heeft voldaan. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door gesprekken schriftelijk vast te leggen waarin het belang van het tijdig opnemen van wettelijke vakantiedagen en de vervaltermijn is besproken. Als een werkgever hieraan niet voldoet, dan vervallen de wettelijke vakantiedagen niet en zullen ze ook niet verjaren.
Een praktische tip voor werkgevers is om werknemers op individuele basis te informeren over het aantal openstaande wettelijke vakantiedagen en een werknemer erop te wijzen dat wettelijke vakantiedagen vervallen als ze niet voor de vervaltermijn, dus vóór 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin deze vakantiedagen zijn opgebouwd, zijn opgenomen.
Als u vragen heeft over het vervallen en verjaren van vakantiedagen of als u hulp nodig hebt bij het opstellen van een vakantieregeling dan kunt u contact opnemen met de specialisten van De Advocaten Groep. Wij ontvangen u graag voor een prettig gesprek.