Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) alsmede de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking getreden. De Wtza is de opvolger van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). De Wtza brengt voor zowel de huidige als de nieuwe zorg- en jeugdhulpaanbieders (hierna: zorgaanbieders) gevolgen met zich mee.
De Wtza heeft als voornaamste doel het verbeteren van (het toezicht op) de kwaliteit van zorg in Nederland. Daarnaast is de Wtza erop gericht om nieuwe zorgaanbieders bewust te maken van de regelgeving waaraan de zorgverlening zal moeten voldoen, voordat zij starten met de zorgverlening. Verder zal de transparantie in de zorg verbeteren.
De (A)Wtza stelt regels ten aanzien van onder meer:
- Meldplicht;
- Toelatingsvergunning;
- Intern toezicht;
- Jaarverantwoording.
De meldplicht:
Alle nieuwe zorgaanbieders in de zin van de Wkkgz zullen zich drie maanden voor aanvang van de werkzaamheden moeten melden bij het CIBG. Een nieuwe zorgaanbieder voldoet aan de meldplicht als zij een digitale vragenlijst heeft ingevuld. De antwoorden zullen door het CIBG worden doorgestuurd naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De IGJ houdt ingevolge de Wtza toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland. Door het invullen van de vragenlijst wordt tevens getoetst of de zorgaanbieder op de hoogte is van de regelgeving waaraan de zorgverlening zal moeten voldoen. De vragenlijst is erop gericht om meer bewustwording te creëren bij nieuwe zorgaanbieders voordat zij starten met het verlenen van zorg. Naast het invullen van de vragenlijst doen de zorgaanbieders er goed aan om de kwaliteitscheck in te vullen. Op die manier hebben zij direct goed in beeld wat al op orde is en wat nog niet.
De naam van de Wtza, te weten de Wet toetreding zorgaanbieders, is mogelijk wat misleidend. De Wtza brengt namelijk ook verplichtingen met zich mee voor bestaande zorgaanbieders. Bestaande zorgaanbieders zullen zich, indien zij nog niet bekend zijn in het Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa), vóór 1 juli 2022 moeten melden bij het CIBG. Is de zorgaanbieder wel bekend in het LRZa, dan zal daar automatisch melding van worden gemaakt bij de IGJ. Op deze manier heeft de IGJ een volledig overzicht van de huidige zorgaanbieders alsook de nieuwe zorgaanbieders.
Tip: controleer als bestaande zorgaanbieder vóór 1 juli 2022 of u reeds bekend bent in het LRZa, of dat u de vragenlijst nog moet invullen om tijdig te voldoen aan de meldplicht. Staat u als zorgaanbieder in het LRZa, dan hoeft u geen melding meer te doen. Dat is ook zo als u de jaarverantwoording voor het verslagjaar 2021 voor 1 juli 2022 heeft aangeleverd. Doet u dit niet, dan kunt u als zorgaanbieder geconfronteerd worden met een forse boete.
Let op: ook voor onderaannemers geldt de meldplicht. Een beperkt aantal zorgaanbieders zijn uitgesloten van de meldplicht, omdat zij al via andere wetgeving in beeld zijn bij de IGJ. Zij hoeven zich niet te melden.
De toelatingsvergunning:
Bepaalde zorgaanbieders hebben naast de meldplicht ook de verplichting om een vergunning aan te vragen, alvorens zij zorg mogen verlenen. De vergunningsplicht op grond van de Wtza zal het huidige systeem van de WTZi-toelating vervangen. Sinds 1 januari 2022 zullen meer zorgaanbieders een vergunning moeten aanvragen dan voorheen.
De vergunningsplicht geldt voor:
- Zorgaanbieders
die medisch specialistische zorg (doen) verlenen (denk aan: cardiologen,
neurologen, kaakchirurgen, urologen, etc.); - Zorgaanbieders
die met meer dan tien zorgverleners zoals benoemd in de Zorgverzekeringswet
(Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz) zorg (doen) verlenen.
Het gaat hierbij niet om het aantal fte dat u in dienst heeft, maar het aantal ‘poppetjes’ dat werkzaam is voor u als zorgaanbieder (dit kan ook een onderaannemer zijn).
Onder de WTZi trad een deel van de zorgaanbieders nog van rechtswege toe. Sinds de inwerkingtreding van de Wtza kan dat niet meer. Alle nieuwe zorgaanbieders die verplicht zijn een vergunning aan te vragen, moeten hier zelf actie toe ondernemen. Beschikt de zorgaanbieder ten tijde van de start van de zorgverlening niet over de ingevulde vragenlijst, alsmede over de vergunning, dan is zij in overtreding.
Zorgaanbieders die voor 1 januari 2022 over een (actieve, niet van rechtswege) WTZi-toelating beschikten worden automatisch omgezet in een Wtza-vergunning. Dit geldt echter niet voor zorgaanbieders die van rechtswege zijn toegetreden in de WTZi. Voor hen geldt een overgangsperiode van twee jaar: deze zorgaanbieders dienen voor 1 januari 2024 in het bezit te zijn van een vergunning op grond van de Wtza.
De Wtza heeft tevens meer mogelijkheden gecreëerd voor de IGJ om handhavend op te treden. Zo kunnen vergunningen eerder worden geweigerd dan wel op een later moment weer worden ingetrokken. Dit alles om de kwaliteit van de zorg in Nederland te verbeteren.
Intern toezicht:
Een bepaald aantal zorgaanbieders zijn tevens gebonden aan de regels omtrent de bestuursstructuur. Een interne toezichthouder is in dat geval op grond van de Wtza verplicht. Intern toezicht ziet er onder meer op om risico’s en kansen goed af te wegen en te zorgen voor goede en veilige zorg. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de interne toezichthouder worden vastgelegd in de statuten of het reglement van de zorgaanbieder. Let dus goed op of dit ook voor u als zorgaanbieder geldt. Wellicht moeten huidige statuten of reglementen in dat kader op termijn worden aangepast. De IGJ houdt tevens toezicht op dit onderdeel vanuit de Wtza.
De jaarverantwoording:
In beginsel zijn alle zorgaanbieders op grond van de Wtza verplicht om elk boekjaar de jaarverantwoording openbaar te maken. Voor het verlenen van goede zorg is het van belang om de bedrijfsvoering goed op orde te hebben. Tevens legt de zorgaanbieder op deze wijze maatschappelijk verantwoording af over de besteding van collectieve middelen.
Solisten, ofwel zzp’ers, zijn van deze jaarverantwoordingsplicht uitgesloten. Maar, bent u als zzp’er een rechtspersoon, zoals een BV, dan dient u wel te voldoen aan de jaarverantwoordingsplicht. Niet de IGJ, maar de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), houdt sinds 1 januari 2022 toezicht op de naleving van de jaarverantwoordingsverplichting.
Naast de zzp’er, zijn de volgende categorieën uitgesloten van de jaarverantwoordingsplicht:
- zorgaanbieders
die uitsluitend zorg verlenen die niet wordt gefinancierd vanuit de Zvw, Wlz of
VWS-subsidie; - zorgaanbieders
die zorg verlenen die wordt gefinancierd vanuit de Zvw of Wlz, maar uitsluitend
ondersteunende werkzaamheden verrichten die ver verwijderd zijn van de kern van
zorgverlening, zoals (zittend) vervoer, schoonmaak, levering van bepaalde
roerende voorzieningen en mobiliteitshulpmiddelen en catering; - zorgaanbieders
die uitsluitend een factureringsbedrijf zijn; - individuele
maten en vennoten die zorg doen verlenen in het kader van een maatschap of
vennootschap waarvan zij maat of vennoot zijn.
Alle zorgaanbieders met een WTZi-toelating dienen voor 1 juni 2022 de jaarverantwoording openbaar te hebben gemaakt over het boekjaar 2021. Zorgaanbieders die sinds de inwerkingtreding van de Wtza vergunningsplichtig zijn, ofwel die worden betaald vanuit de Zvw, de Wlz of VWS-subsidies dienen vanaf het boekjaar 2022 te voldoen aan de jaarverantwoording.
Conclusie
Als zorgaanbieder kan er na de inwerkingtreding van de Wtza veel op u afkomen. Controleer tijdig of u voldoet aan de eisen die vanuit de Wtza worden gesteld, zoals de meldplicht, de vergunningsplicht en de jaarverantwoordingsplicht. Voldoet u niet aan de gestelde eisen, dan kan de IGJ daartegen handhavend optreden. Heeft u vragen over welke regels in uw geval specifiek van toepassing zijn, of welke juist niet, neem dan gerust contact op met mevrouw N. Gustings, advocaat en partner bij De Advocaten Groep.
Geschreven door: Michelle Duijvestijn